Vleermuizen

Ecologie en mitigatie van vleermuizen

Expertise

Ecologie en wetgeving vleermuizen

MIECON heeft ecologische deskundigheid over de ecologie en mitigatie van vleermuizen. Wij bieden daarom verschillende diensten en producten aan die invulling geven aan de ecologie van en mitigatie voor vleermuizen.

Vleermuizen zijn de enige vliegende zoogdieren in Nederland. Het betreffen zeer algemene soorten in Nederland en zijn strikt beschermd vanuit Europese en Nederlandse wetgeving. Het uitvoeren van werkzaamheden die effect hebben op vleermuizen zijn altijd vergunningsplichtig. Vleermuizen kunnen worden opgedeeld in vier groepen, namelijk spleet- of holtebewonende en gebouw- of boombewonende soorten. Afhankelijk van de soort en de periode in het jaar kunnen vleermuissoorten worden ingedeeld in één of meerdere groepen. Ook zijn er meer opportunistische soorten en soorten die veel specifiekere eisen stellen aan hun verblijfplaatsen en leefomgeving. 

Daarnaast kan een omgeving verschillende of een combinatie van belangrijke functies verlenen aan verschillende soorten vleermuizen, zoals vliegroutes, migratieroutes en foerageergebied. Voor meer inhoudelijke kennis over de ecologie van de soorten, waaronder het voorkomen, de leefwijze en habitat van amfibieën in Nederland, verwijzen wij naar de Zoogdiervereniging en Vleermuisnet.

Ecologie en habitats vleermuizen

Verblijfplaatsen van vleermuizen worden in elke geschikte ruimte en holte gevonden wanneer deze toegankelijk is voor vleermuizen. Daarnaast kan een verblijfplaats meerdere invliegopeningen hebben. Naast een verblijfplaats is het ook belangrijk dat er verbindingen zijn met essentiele foerageergebieden en vliegroutes.

  • Gebouwen: Verblijfplaatsen van vleermuizen worden in elke geschikte ruimte en holte gevonden wanneer deze toegankelijk is voor vleermuizen. In Nederland is naar schatting rond de 95% van de gebouwen geschikt voor vleermuizen. Gebouwbewonende vleermuizen zoeken een schuilplaats in spouwmuren van woningen, achter gevelbetimmering, onder het dakbeschot, in schoorstenen en op zolders. Vaak zonder dat bewoners of gebruikers van een gebouw dit door hebben.
  • Bomen: Boombewonende soorten hebben daarentegen verblijfplaatsen in holtes van bomen, bijvoorbeeld in oude spechtenholen, rotte delen van de boomstam, scheuren in de schors of gallerijen gemaakt door kevers. Sommige boombewonende soorten verschuilen zich ook onder losse schors, waar ze bescherming vinden tegen regen en wind en, hoewel minder gebruikelijk dan in tropische gebieden, kunnen sommige vleermuizen overdag in de boomkronen rusten, waar ze zich verschuilen tussen dicht gebladerte of takken.
  • Essentieel foerageergebied: gebieden waar vleermuizen consistent en op grote schaal foerageren om voedsel te vinden en hebben verschillende kenmerken afhankelijk van de soort en de ecologische behoeften. Gebieden die kunnen behoren tot essentiele foerageergebieden zijn waterlichamen, bossen, agrarische landschappen, stedelijke en suburbane gebieden.
  • Essentiële vliegroute: een corridor of traject dat door vleermuizen wordt gebruikt tijdens hun verplaatsingen tussen verschillende habitats,  foerageergebieden en verblijfplaatsen. Deze vliegroutes zijn van cruciaal belang voor de vleermuizen, omdat ze hen in staat stellen om te migreren, voedsel te vinden, te paren en te rusten. Vliegroutes worden gevonden langs landschapselementen, vegetatiecorridors, waterwegen en ecologische corridors. Niet alle vleermuissoorten in Nederland maken gebruik van vliegroutes.

Mitigatie voor vleermuizen bestaat vaak uit behoud en/of aanbieden van verblijfplaatsen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen functies van verblijfplaatsen. De mitigatie moet worden afgestemd op de functie(s) en het aantal invliegopeningen van de originele verblijfplaats. MIECON beschikt over diverse vleermuisdeskundigen en een diversiteit aan mitigerende maatregelen voor vleermuizen. MIECON gebruikt ‘standaard’ oplossingen, zoals het aanbieden van opbouw vleermuiskasten (tijdelijke maatregelen), als maatwerk oplossingen, zoals het aanpassen van kasten en het op maat maken van kraamkasten. Ook ontwikkelt en realiseert MIECON grotere mitigatievoorzieningen, zoals paalkasten en vleermuistorens.

Naast het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen is MIECON in staat om mitigerende oplossingen te realiseren voor andere functies van vleermuizen, zoals vliegroutes en foerageergebied. De exacte invulling van deze werkzaamheden is project afhankelijk. 

MIECON voert in het verlengde van mitigatie van vleermuizen ook ontmoedigingswerkzaamheden (ook wel ongeschikt maken of natuurvrij maken genoemd) uit ter voorkomen van het verstoren, beschadigen, verwonden en doden van dieren. Hiervoor heeft MIECON een eigen methode en materialen ontwikkeld, die inmiddels ook wordt voorgeschreven in ontheffingen. Toch blijft de exacte invulling van de ontmoedigingswerkzaamheden altijd afhankelijk van de voorschriften uit de ontheffing.

Scroll naar boven