Publicatie
De waarde van inspectie bij vleermuisonderzoek
Peter Twisk, Cynthia Hardeman, Wim van den Heuvel, Martijn Stevens en Sicco Jansen
Gepubliceerd: november 2023
Publicatie in: VLEN-nieuwsbrief 85
Samenvatting
Bij het uitvoeren van een ingreep die een negatief effect kan hebben op vleermuizen is het wettelijk verplicht om te onderzoeken of vleermuizen voorkomen binnen het gebied waar de ingreep plaatsvindt. Dit onderzoek wordt doorgaans uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Vleermuisprotocol, opgesteld door (het Vleermuisvakberaad van) het NGB, de Gegevensautoriteit Natuur en (het bureau van) de Zoogdiervereniging. Dit protocol is een hulpmiddel waarmee wordt bepaald wat een juridisch redelijke onderzoeksinspanning is voor een specifieke locatie. In het vleermuisprotocol staat uitgewerkt hoe, wanneer, hoelang en hoe vaak onderzoek moet plaatsvinden. Voor alle te onderzoeken functies, met uitzondering van overwinterende dieren in visueel te inspecteren ruimten, is hierbij het uitgangspunt dat het onderzoek plaatsvindt met batdetectors. Bij behandeling van een aanvraag voor een ontheffing Wet natuurbescherming wordt door de bevoegde gezagen vaak als voorwaarde gesteld dat onderzoek volgens dit protocol is uitgevoerd. Het vleermuisprotocol heeft een grote waarde bij vleermuisonderzoek, maar wordt nu op een manier toegepast die naar onze ervaring andere onderzoeksmethoden tekort doet. In verband met de grote behoefte aan informatie over verblijfplaatsen van vleermuizen in te isoleren gebouwen delen wij in dit artikel onze ervaringen met inspectie van gebouwen om aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen. In dit artikel laten wij zien dat een visuele inspectie en sporenonderzoek, mits uitgevoerd door een deskundige, evenveel of zelfs meer informatie op kan leveren over aanwezige verblijfplaatsen in gebouwen vergeleken met batdetector onderzoek. Het is te zien als een inleiding in deze methode en geeft ook aan welke volgende stappen wij zinvol achten, zoals het opstellen van een protocol.